Natuurwijn is wijn met zo min mogelijk bewerkingen. Bij gewone wijn mag alles: kunstmest, pesticiden, suiker, gist, sulfiet etc. Dit is uit den boze bij de productie van natuurwijn. Het wordt ook wel vin naturel of vin nature genoemd. 

Sulfiet 

Natuurwijn wordt aangeprezen, omdat deze wijn geen tot zo weinig mogelijk toegevoegd sulfiet bevat. In sulfiet zitten stoffen die zwavel bevatten en die worden toegevoegd aan de traditionele wijnen. Hierdoor is het langer houdbaar. Sulfiet wordt ook toegevoegd aan kaas. Nu denk je misschien in natuurwijn zit dus helemaal geen sulfiet, maar dat is fout. Het zit er van nature in dat komt door de alcoholische vergisting. En een klein beetje toevoegen is toegestaan. 

Klein aandeel 

Het aandeel van natuurwijn is erg klein. Zo’n drie procent van de internationale productie van wijn is biologisch, en een derde hiervan is natuurwijn. Het wordt nog niet veel gedronken, maar de populariteit stijgt wel enigszins. Dit komt omdat mensen steeds vaker lokaal en duurzaam willen eten. Bovendien wil de consument weten waar iets vandaan komt en natuurwijn past in die trend.  

In grote steden drinken de mensen het meeste natuurwijn. Logische, want daar zijn ook de meeste mensen die van plan zijn om een wijnklimaatkast. Het is de vraag of natuurwijn echt populair wordt. De productie is erg bewerkelijk en daarom zie je de wijn niet snel liggen in de supermarkt. Je kunt het online kopen of bij speciaalzaken. 

Hou er wel rekening mee dat de wijn kwetsbaar is. Omdat ze amper toevoegingen hebben kan de wijn niet goed tegen licht en worden ze gekoeld getransporteerd. Koop je deze wijn dan is de tip om hem niet heel lang te bewaren in je klimaatkast wijn.  

Geen chemische verdelgers 

Natuurwijn is het niet hetzelfde als biologische wijn. Natuurwijn is gebaseerd op een biologische productie van wijn, maar gaat een stap verder. Geen chemische verdelgers in de wijngaard en zo min mogelijk interventie. Een voorbeeld van een verschil is dat bij biologische wijnen wel nieuwe eikenhouten vaten mogen worden gebruikt om wijnen te laten rijpen en bij natuurwijnen niet. Houtrijping wordt bestempeld als een niet-natuurlijk smaak toevoeging en is uit den boze. Een biologische boer mag ook gebruik maken van melkzuurbacteriën en fabrieks gisten om de smaak te beïnvloeden. Een natuur wijnproducent voegt helemaal niets toe en het lot bepaalt de smaak. 

Lekker? 

Over smaak valt te twisten, maar natuurwijn kan naar alles smaken, zelfs naar paardenzweet en mest. Dit komt doordat er weinig sulfiet in de wijn zit. Bacteriën zijn dan de oorzaak van die stallige geur. Het smaakt vaak zuurder en wranger dan normale wijn. Per fles kan de smaak verschillend zijn. Maar wie weet heb je een goeie keus gemaakt en ben je er net zo blij mee als je nieuwe Ted Baker tas en koop je nooit meer gewone wijn.