Een Minister van Voedsel in het nieuwe kabinet.

Daarvoor pleit Natuur & Milieu in de publicatie 7 redenen voor een Minister van Voedsel die vandaag – op Wereldvoedseldag – verschijnt. Een gerichte aanpak vanuit één ministerie is nodig om vernieuwende oplossingen te vinden voor de lastige kanten van onze voedselproductie en ons eetpatroon. Zodat we ook in de toekomst iedereen kunnen blijven voorzien van betaalbaar en gezond eten. De Minister van Voedsel kan de voedselrevolutie vanuit Nederland op gang brengen.

Goed eten is van levensbelang.
Het houdt ons gezond, geeft energie en brengt plezier. Bovendien levert het geld, werkgelegenheid en kennis op. ‘Om dat zo te houden, hebben we een Minister van Voedsel nodig,’ aldus Sijas Akkerman hoofd voedsel van Natuur & Milieu. ‘Want de schaduwkanten van ons eten, zoals milieuvervuiling, kap van regenwouden, economische achteruitgang van de landbouwsector en snel oplopende zorgkosten door overgewicht vormen een serieuze bedreiging.’

Voedsel raakt bijna alle aspecten van onze samenleving en dus van beleid.
Op dit moment zijn er maar liefst zeven ministeries verantwoordelijk voor onderdelen van het voedselbeleid, waaronder Economie, Landbouw & Innovatie, Volksgezondheid, Onderwijs, Infrastructuur & Milieu en Buitenlandse Zaken. Een Minister van Voedsel is nodig om samenhangende oplossingen daadkrachtig door te kunnen voeren.

Agenda van de Minister van Voedsel
De grootste uitdaging voor de Minister van Voedsel is het leggen van verbindingen tussen voedselproductie en -consumptie. De Minister van Voedsel onderneemt actie op de volgende terreinen:

1. Gezondheid. De Minister van Voedsel zorgt ervoor dat Nederlanders meer groente en fruit gaan eten, hij voert een vettax in tegen overgewicht en voorkomt resistentie tegen antibiotica.
2. Milieu. De Minister van Voedsel zet zich samen met onze boeren in voor ecologisch efficiënte, schone en duurzame productie en maakt snelle vergunningverlening mogelijk voor bedrijven die op dit gebied toonaangevend zijn.
3. Natuur. De Minister van Voedsel begrijpt dat het veevoer voor onze Nederlandse koeien, kippen en varkens gevolgen heeft voor het leven van de jaguar in Latijns-Amerika, investeert in de productie van veevoer in Europa en maakt ons minder afhankelijk van buitenlandse grondstofstromen. Als de invoer van veevoer zou wegvallen, zouden in Nederland binnen twee weken 20 miljoen varkens geen eten meer hebben.
4. Economie. De Minister van Voedsel ontwikkelt business modellen waarbij met minder voedselproductie meer verdiend wordt.
5. Veiligheid. De Minister van Voedsel zorgt dat we in Kunduz niet alleen politieagenten opleiden, maar vooral ook boeren. Zo brengt hij Nederlandse kennis over duurzame, ecologisch efficiënte landbouw naar ontwikkelingslanden om daar de stabiliteit te bevorderen.
6. Cultuur. De Minister van Voedsel helpt de flexitariër en stimuleert een flexitarisch eetpatroon waarbij mensen een aantal keren per week vlees vervangen door een plantaardig alternatief. Dat kan door vlees en vis duurder te maken en groenten en fruit goedkoper. Samen met supermarkten, bedrijven en maatschappelijke organisaties ontwikkelt de minister een langdurige campagne om flexitarisch eten voor mensen aantrekkelijk te maken.
7. Toekomst. De Minister van Voedsel zet zich in voor het betaalbaar houden van voedsel voor iedereen in de wereld. Ook houdt hij rekening met de gevolgen van eventuele klimaatverandering. Want een goede voedselvoorziening is van belang voor de toekomst van onze kinderen en onze wereld.

Honger naar vlees.
In 2050 zijn er wereldwijd naar verwachting 9 miljard mensen om te voeden. Vooral de snel groeiende middenklasse in opkomende economieën zal veel meer vlees en zuivel gaan consumeren. Nederland, met zijn enorme kennis en ervaring, kan op dit terrein gidsland zijn. Meer informatie: www.ministervanvoedsel.nl