Welke voedingsstoffen heeft jouw lichaam nodig?

Een gezonde levensstijl vinden we belangrijk. We worden ons er steeds meer van bewust hoe belangrijk gezond eten. Gezonde voeding heeft direct invloed op het functioneren van ons lichaam. Maar welke voedingsstoffen hebben wij precies nodig?

Ten eerste: wat zijn calorieën?

Voeding bestaat uit calorieën die ervoor zorgen dat je lichaam energie krijgt.  Alles wat je doet, zelfs al ben je aan het slapen, kost energie. Het is vergelijkbaar met een auto, die heeft benzine nodig om te kunnen rijden, zo niet, dan staat hij stil.  Calorieën zijn onze brandstoffen. De belangrijkste voedingstoffen (brandstoffen) zijn: koolhydraten, eiwitten en vetten.

We halen de meeste energie uit koolhydraten; meer dan de helft van wat we dagelijks aan energie nodig hebben.  Ons lichaam is goed in staat om koolhydraten te verbranden en de energie die daarbij vrijkomt voor onze spieren en hersenen te gebruiken. Om die reden eten sporters vaak pasta of bananen.

Koolhydraten zitten in heel veel levensmiddelen zoals fruit, brood, rijst, pasta, melkproducten en ook in suiker. Vooral de volkoren varianten leveren voedingsvezels die ervoor zorgen dat je darmen goed werken. Koolhydraten komen in verschillende vormen voor:

  • Enkelvoudige suikers, zoals glucose (druivensuiker) en fructose (vruchtensuiker).
  • Tweevoudige suikers, zoals sacharose (gewone suiker).
  • Meervoudige suikers, zoals zetmeel (pasta, aardappelen, rijst).

Je kunt de enkel- en tweevoudige suikers ook wel ‘snelle suikers’ noemen, omdat ze erg snel worden opgenomen in het lichaam en dus snel energie genereren. Voor sporters zijn snelle suikers dus ideaal om vlak voor de wedstrijd te nemen! Bij meervoudige suikers duurt die opname in het bloed veel langer. Daarom is het beter om die een paar uur voordat de wedstrijd begint te eten.

Vetten

Vetten zijn ook erg belangrijk als leverancier van energie. Een derde van alle calorieën die je lichaam nodig heeft, komt uit vetten. Hier zitten namelijk de vitamines A, D, E en K in. Het is dus belangrijk om (met mate) vetten  te eten om deze vitamines binnen te krijgen.

Naast dat vetten vitamines bevatten, bevatten ze ook vetzuren die ons lichaam niet zelf kunnen maken. Deze vetzuren zijn belangrijk voor onder andere de aanleg van het hersenweefsel, de bloedstolling, spierwerking, regulering van de bloeddruk en aanmaak van geslachtshormonen etc.

Er bestaan twee soorten vetten: verzadigde en onverzadigde vetten. Het verschil tussen de vetten wordt gemaakt op basis van de scheikundige structuur van de vetten.

Verzadigde vetten 

Verzadigde vetten zijn slechte vetten. Ze zijn te vinden in producten zoals koek, gebak en chips en in veel dierlijke producten, zoals vlees, kaas en roomboter. Teveel verzadigde vetten zijn niet goed voor je lichaam, omdat ze het cholesterolgehalte in je bloed verhogen.

Onverzadigde vetten

Onverzadigde vetten zijn goede vetten. Deze vetten zijn te vinden in plantaardige oliën, zoals olijf-, zonnebloem- koolzaad- en lijnzaadolie. Daarnaast kun je ze ook halen uit noten en vette vis. Onverzadigde vetten hebben een positief effect op je lichaam omdat ze het cholesterolgehalte verlagen.

Eiwitten

Eiwitten zijn de bouwstoffen voor ons lichaam. De lever maakt allerlei verschillende lichaamseiwitten aan. Vooral de huid, haren, spieren maar ook onze hormonen zijn opgebouwd uit eiwitten. Per dag heeft het lichaam ongeveer 50 tot 60 gram eiwit nodig. Dit aantal wordt makkelijk gehaald, vaak eten we nog wel meer eiwitten. Het overschot aan eiwitten wordt door het lichaam verbrand als extra calorieën.
Je hebt dierlijke- en plantaardige eiwitten. Het verschil is dat plantaardige eiwitten van plantaardige afkomst zijn (brood, noten, granen) en dierlijke eiwitten van dierlijke afkomst (vlees, eieren).

Nog meer voedingsstoffen

Om allerlei stofwisselingsprocessen in het lichaam goed te laten verlopen zijn er in hele kleine hoeveelheden vitamines en mineralen nodig. Daarnaast is het voor je stofwisselingsprocessen ook belangrijk om op een dag regelmatig wat  te eten. Dit betekent niet dat je meer moet eten, maar dat je je maaltijden verdeelt over de dag. Door regelmatig te eten geef je je lichaam een signaal dat er genoeg eten is. Het hoeft dan niet zuinig te zijn met de reserves in de vorm van lichaamsvet. Wanneer je weinig gaat eten, krijgt je lichaam het gevoel dat er te weinig eten is. Dit zorgt ervoor dat het erg zuinig met de vetvoorraden om gaat waardoor je juist dikker wordt.

Niets missen van De Betere Wereld?

Like dan onze Facebook-pagina en blijf op de hoogte. Of schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.

Plaats een reactie op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.