Zoals het hoort

Ik was negen, de wereld was een plek om je over te verbazen. Op school keek ik verlangend naar mijn kleine Bosatlas, zou het niet geweldig zijn te kunnen reizen en alles zelf te kunnen zien. Ik dacht niet dat dat ooit mogelijk was. Elke zondagavond was er een programma dat heette ‘Verre volkeren’, mijn moeder en ik keken daar steevast naar. We verbaasde ons over de peniskokers en blote borsten, de geschoten apen die tot maaltijd bereid werden en de mysterieuze rituelen. Niet overal was het als bij ons. Maar bij ons was zoals het hoorde, dat wist ik zeker.

Primitieve Afrikaanse en Aziatische mensen zag ik, ze hadden geen huis maar een hut. Ik dacht dat de kinderen wel ongelukkig moesten zijn zonder televisie, zonder speelgoed en schaars gekleed.

Hun vader en moeder zorgden voor eten, er moest gejaagd worden en van de prooi moest een maaltijd bereid worden. De ouders hadden het druk met belangrijke zaken.

De kinderen gingen niet naar school, merkte ik op. De grootouders zorgden hen. Mijn moeder legde uit dat die de kinderen precies leerde wat er nodig was om veilig groot te worden en gelukkig te leven. Daar werden opa en oma ook blij van, die genoten van de nabijheid van de kinderen. Het was een vanzelfsprekend proces. Dat sprak mij tot de verbeelding, gevangen als ik me altijd voelde op school. Ik moest dingen leren die ik niet wilde onthouden omdat ze mij niet interesseerde en ik er het nut niet van inzag. Mijn gedachten zweefden te vaak weg naar de grote wereld aan de andere kant van het raam.

Ik wilde met mijn oma door het bos dwalen

Nee, dan met je oma door het bos zwerven, leren welke bessen giftig waren, hoe je kleding maakt. Praten over hoe het leven in elkaar steekt, vooral over mannen, daar wist zij alles van en ik nog niets. Van je opa leren hoe je vissen vangt, hoe je kunt bemiddelen als anderen ruzie hebben en hoe ik moet omgaan met mijn eigen hoofd vol onzekerheid, vragen en scheve gedachten. Was het bij ons wel zoals het hoorde, waren wij onderweg niet iets heel belangrijks verloren?

Ik werd groot, maar van binnen bleef ik mij. De Bosatlas werd realiteit, ik reisde de wereld over en zag met eigen ogen wat ik vroeger op televisie zag. Met dezelfde verwondering en gretigheid. Ik kreeg kinderen, die ik naar school stuurde. Ik denk dat ik het goed gedaan heb, maar ik had het druk. Druk met zorgen en werken en alles wat op mijn pad kwam.

En opeens, opeens was ik zelf oma. Het ging sneller dan ik dacht. Ik werd geen oma die met de kinderen door de bossen van het leven struinde, de kampvuren waren gedoofd. Ik had het nog steeds druk, met werken, nadenken en doen wat ik dacht dat goed was.

De nieuwe media als kampvuur

Toen bedacht ik dat de nieuwe media misschien voor een deel het kampvuur kon vervangen. Waarom niet? Mijn eigen verhalen voorlezen via youtube, waarom niet. En ik bedacht www.happyspider.eu daar ben ik de oma die je kunt volgen in het bos. Vragen aan kunt stellen over alles waar je moeder geen tijd voor heeft. Een stapje verder, een stapje terug naar hoe het hoort. We zijn er nog niet, maar ooit zijn we terug en is de cirkel rond.

Jacqueline

Plaats een reactie op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.