Laatst bijgewerkt op 17 juni 2014
Laatste update op 17 juni 2014
Smile.
Vandaag kwam een moment waar ik lang nieuwsgierig naar was.
Een bezoek aan Hebron.
Stad van de zionistische Joden.
Na ‘n uurtje of wat hobbelen in ons busje komen we aan in een van de drukste straten tot nu toe.
Er zijn winkeltjes met schreeuwende verkopers, auto’s die overal toeteren en op de smalle stoepjes wurmen mensen zich vlak langs elkaar heen.
Het lijkt op Delhi, maar dan zonder koeien.
Niets doet me hier denken aan een conflict.
Dat verandert als we de straat omhoog lopen en bij een checkpoint komen.
Voor het eerst in onze reis zie ik hoe indrukwekkend zo’n ding kan zijn.
Tot nu toe waren het vooral huisjes langs de snelweg waar wij toch niet hoefden te stoppen. En van een afstandje lijken die geweren ook niet zo groot.
Maar nu we er een te voet passeren, voel je opeens de dreiging van zo’n blokkade.
Vier militairen staan op wacht. Hun geweren duidelijk in het zicht.
Ze controleren onze spullen en kijken ons schattend aan.
De echte klap komt echter na het checkpoint.
Want in tegenstelling tot de drukke straat waar we net liepen, nog geen 50 meter achter ons, is deze straat compleet verlaten. De luifels van de huizen zijn verroest en in elkaar geslagen, de ramen zijn kapot en alle deuren zijn dichtgespijkerd. Auto’s zijn nergens te bekennen en de winkeltjes zijn dicht.
Het doet nog het meest denken aan een ghosttown uit een oude western.
Maar dan met militairen.
Want op elke straathoek staat er wel 1.
Zo’n 2500 in totaal, vertelt onze gids.
Om 500 zionistische joden hier veilig te laten wonen.
Dat zijn dus 5 soldaten per zionistische jood.
Ik heb thuis niet eens een speelgoedgeweer.
En terwijl we daar zo lopen tussen de soldaten en de kapotte huizen, merk ik dat ik het steeds benauwder krijgt. Ik word langzaam misselijk.
Alsof de muur die ik al die tijd om me heen had, die ik wel zag maar niet echt kon voelen omdat ik hem toch altijd mocht passeren, zich opeens om mijn maag heeft geplaatst. Ik voel me hier helemaal niet veilig en gewenst en zou het liefst direct rechtsomkeers maken en teruggaan naar de veilige haven van mijn gastgezin.
Dat gevoel wordt nog eens extra aangezet als we het graf van de aartsvaders naderen. De weg ernaartoe wrijft je de machtsverhouding tussen Israel en Palestina goed in.
De Zionistische kant van de weg is breed, geasfalteert en shiny. Die van de Palestijnen is klein, hobbelig en vies.
Ik loop de weg op en voel bij elke stap een dreun in mijn maag.
Maar dan, als we bijna bij het graf zijn en ik denk dat ik me ervan heb overtuigd dat deze plek niets dan desolate narigheid is, staat er opeens een klein meisje voor mijn neus.
Ze heeft diepbruine ogen en haar haar is bedekt.
Ze kijkt me aan.
Ze glimlacht.
Welcome to Palestine. Zegt ze I hope you will enjoy.
Daarna is ze weg.
Ik sta stil.
Dat iemand in zo’n omgeving nog zo’n glimlach op het gezicht kan toveren.
Dat ze met zoveel liefde en openheid met me kan praten.
Dat er nog zoveel hoop doorklinkt in haar stem.
Zij moet wel ergens in geloven, denk ik.
Want als je nergens in gelooft, kan je op zo’n plek niet zo stralend glimlachen.
En wat het ook is waar zij in gelooft. Of het nu vrede is of god of de goedheid van de mens, dat maakt me niet uit.
Vandaag geloof ik in haar.
In het meisje dat de muur om mijn maag met 1 zin terug naar buiten heeft getild.
Ik geloof in het meisje dat glimlacht.
Door: Grietje Evenwel
Het gaat ons om
Samen werken vanuit passie aan verbindingen met anderen, waar ook ter wereld. En zo werken aan vrede. Aan dromen van vrede en aan een wereld waar jongeren uit alle landen weer durven te gaan dromen. Door bijzondere reizen te koppelen aan millenniumdoelen, ontmoeten en co-creatie.
Wij nemen je mee op reis met een serie blogs. Lees hier elke week, 52 weken lang, hoe jongeren hun reis beleven.
www.millenniumtravels.nl
www.timukota.nl