Wat voor ons nieuw is, is eigenlijk drie jaar oud.
‘Aan de kant! De robothond rijdt me bijna omver.’ De scholieren in uniform van Bergrivier Highschool gillen en springen opzij uit de kring als Mohammed Azhor (13) en Zazi Sili (14) in de kantine een demonstratie geven met een robothondje. Ze proberen nieuwe leerlingen voor hun project te winnen. ‘Dit ga je bouwen als het mee doet met het project Robotics’.
Nog geen uur daarvoor zitten de jongens achter in de auto op weg naar het dorpje Willington, 45 minuten rijden vanaf Kaapstad. De wijngaarden in herfstkleuren flitsen voorbij. Directrice Lydia rijdt, terwijl ze enthousiast vertelt over het robotontwikkelingsproject Robotics (Ortsa) dat ze drie jaar geleden heeft opgezet. Mohammed en Zazi zijn haar ambassadeurs. Ze willen bouwkundige worden en maken leeftijdsgenoten enthousiast voor het project dat twee keer per week plaats vindt na schooltijd.
Wat heeft een kind of een jongere nodig op het gebied van onderwijs om succes te boeken in de toekomst. ‘Techniek’, zegt de joodse ontwikkelingsorganisatie ORT en dat is terug te zien in hun projecten. Net als in Nederland zijn bètavakken in Zuid-Afrika niet de meest populaire vakken, met name onder meisjes. Door middel van het Robotics-project probeert ORT de leerlingen enthousiast te krijgen voor de techniekvakken. Dat biedt toekomstperspectief.
ORT SA is in 1998 in Zuid-Afrika opgezet en vormt onderdeel van de onderwijs-NGO World ORT. Lydia vertelt, ‘De organisatie van ORT SA was één grote puinhoop. Toen ik drie geleden directrice werd, is al het personeel ontslagen en zijn we opnieuw begonnen. Een nieuwe visie, nieuwe projecten.’ De basis van World Ort ligt in de geschiedenis van de joden in Rusland, daar werden 1880 ambachtsopleidinkjes opgezet waar ze bijvoorbeeld schoenen en kleding leerden te maken. Zo konden ze hun eigen geld verdienen. In de jaren ’50 werden de koppen bij elkaar gestoken en besloten de leiders dat ze meer richting de toekomst moesten kijken. De toekomst lag volgende hen in de technologie. Ze zetten technologiescholen op. Sinds de jaren ’50 heeft Israel het hoogste aantal bouwkundigen per capita ter wereld. De Zuid-Afrikaanse regering is zich er wel bewust van dat ze meer de technologiekant op moeten, toch subsidieert ze ORT SA niet. Zeventig procent van het inkomen is afkomstig van giften uit de joodse gemeenschap uit Kaapstad.
Lydia spreekt de kring toe, ‘Als jullie besluiten mee te doen, dan garandeer ik je dat je Afrikaans en Engels zullen verbeteren.’ Want een tweede probleem is taal. Willen de scholieren toegelaten worden op een techniekuniversiteit in Kaapstad, dan moeten ze vloeiend Engels kunnen spreken en schrijven. De voertaal in wiskunde en scheikunde is nou eenmaal Engels. Dat is de reden dat het tweede deel van het programma uit taalles bestaat. Lydia, ‘In de stad en op het platteland zie je verschillende taalproblemen. Het punt in de stad is dat de leraren niet goed getraind zijn. De hinderpaal op het platteland zijn de ouders. Deze landarbeiders zijn vaak niet geschoold en spreken alleen Koza. Als hun kinderen vervolgens op school komen, spreken ze en geen vloeiend Afrikaans, en geen goed Engels. Zie die achterstand maar eens in te halen.’
Lokale leraren worden getraind. Vaak spreken zij wel Engels, maar leggen ze de stof in het Koza uit. Op die manier leren de leerlingen nooit de Engelse vaktermen op het gebied van wiskunde en scheikunde. Eenmaal op de universiteit, komen ze daar mee in de problemen.
Op dorpscholen zijn er regelmatig geen leesboeken aanwezig. De directeuren doen geen moeite om daar verandering in te brengen. Laksheid. De dinsdagmiddag komt de directeur van de Bergrivier High school bijna een uur te laat. ‘Oh, sorry ik was helemaal vergeten dat u zou komen.’ Lydia haalt haar schouders op, als de leerlingen maar enthousiast zijn. Lydia, ‘Als u nou voor boekenkasten zorgt, dan zorg ik voor boeken.’
Siviwe (14) Wade (17) zijn van plan mee te doen. Siviwe woont intern op de Bergrivier highschool, haar ouders werken op de wijngaarden en verblijven daar. ‘Ik verveel me soms, er is hier niet veel te doen in dit dorp. Hobby’s heb ik niet echt. Wat ik met vriendinnen doe? Voor mij is studeren belangrijker dan vriendinnen, ik wil een goede baan later overseas. Daar focus ik me liever op, daarom zie Robotics als een mooie kans.’ Wade droomt er van om als architect in Amerika aan de slag te gaan. ‘Kunst en wiskunde zijn mijn lievelingsvakken. Ik houd er van om met mijn handen bezig te zijn, iets te creëren en tegelijkertijd berekeningen te maken. Als je dat combineert kom je bij architectuur terecht.’
De meeste leerlingen hebben nog nooit een computer gebruikt, voordat ze aan het project meedoen. Lydia: ‘Enkel het feit dat ze leren met een computer om te gaan, vind ik al mooi meegenomen. Het is moeilijk om de resultaten te meten en tegelijkertijd ook niet’. Eind 2012 hadden de deelnemers een vooruitgang van 4% zowel op wiskunde als taalgebied. ‘Het is hard werken. Soms lijkt het een project zonder einde. Maar iedere verandering kost tijd, een gewoonte leer je niet zomaar af na 8 a 9 jaar slechte organisatie,’ zegt ze weifelend.
De stoelen wiebelen en de tafel valt uit elkaar als de jongen hem optillen om te verplaatsen. De stalen poten rollen door de kantine. Op de Bergrivier zijn geen computers aanwezig, dus zullen ze het project op de school Noorde Paarl iets verder op in het dorp moeten doen. De conciërge doet de deur van het computerlab open voor Lydia, haar assistent en ambassadeurs Mohammed en Zazi en laat de computers zien. Mohammed, ‘Oja, deze computers zijn wel goed genoeg. Ze hebben genoeg pixels, daar kunnen we onder. Wat zien ze er nieuw uit zeg!’ De conciërge antwoordt, ‘Achja, wat voor ons nieuw is, is eigenlijk drie jaar oud.’
Auteur: Arachne Molema