Dom Fair Fashion in Amsterdam

Wellicht komt de uitdrukking Fast Fashion inmiddels je neus uit, of is dit de aller éérste keer dat je de term ziet verschijnen. Het is in ieder geval een onderwerp dat steeds meer negatieve gedachten oproept. Wat houdt het nou eigenlijk in? En, nog veel belangrijker: wat kan er tegen gedaan worden? In dit artikel lees je een interview met Zheng van den Berg, één van de oprichters van Dom Amsterdam: een opkomend kledingmerk dat zich inzet voor een duurzame en eerlijke wereld. Kortom: een tegenhanger van de Fast Fashion industrie.

Fast Fashion

Het kan bijna niet anders dan dat het je al eens is opgevallen dat winkeletalages om de haverklap veranderen, maandelijks en soms zelfs wekelijks. De consument verlangt keer op keer naar de nieuwste garderobe, maar willen daar niet te veel geld voor kwijt zijn. Dit leidt tot de productie van goedkope collecties met een zeer hoge omloopsnelheid: Fast Fashion. Door deze snelle en goedkope productie is het net als de vleesindustrie een van de meest schadelijke industrieën ter wereld. Naast de negatieve impact op het klimaat, maakt deze industrie zich ook schuldig aan andere vreselijkheden waaronder onderbetaling, uitbuiting en kinderarbeid.

Hoe is het idee voor Dom Amsterdam ontstaan?

“Tijdens mijn studie heb ik de minor ‘ondernemerschap’ gevolgd. Ik had al meerdere ideeën in mijn hoofd zitten en tijdens deze minor begon het echt te kriebelen: ik wilde ontzettend graag een eigen onderneming starten. Het idee om een duurzaam kledingmerk op te richten kwam doordat een vriend, Diede Gardenier, tasjes maakte van stoffen van zijn oma. Samen met Diede bedachten we Dom Amsterdam. Niet alleen de zolder van zijn oma, maar overal liggen oude stoffen te wachten op een tweede leven!

Wat zijn de belangrijkste concepten van Dom Amsterdam?

“We hebben Dom Amsterdam vanuit twee hoofdconcepten uitgedacht: duurzaamheid en ethische productie. De stoffen die wij gebruiken voor onze producten zijn allemaal tweedehands. Op dit moment hebben wij twee leveranciers die ons voorzien in materialen. De eerste leverancier is een meubileringszaak die per kwartaal twee grote pallets vol met verschillende stoffen over heeft. Een hoeveelheid waar wij gemakkelijk vijf- of zeshonderd tasjes van kunnen maken. De tweede leverancier is Sympany, een charitatieve textielinzamelaar. Bij hen gaan we langs om stoffen uit te zoeken die passen bij onze collecties. Daarnaast krijgen we ook van vrienden en familie veel oude stoffen.”

 

“We werken samen met Makers Unite: een organisatie voor vluchtelingen die als re-integratieprogramma werken aan duurzame projecten voor een normaal loon”

 “Omdat duurzaamheid in combinatie met een ethische productie bij ons hoog in het vaandel staat, wordt de productie lokaal gedaan: gewoon in Amsterdam. We zijn hiervoor een ontzettend leuke samenwerking aan gegaan met Makers Unite. Bij Makers Unite werken vluchtelingen die in Nederland mogen blijven. Met het oog op re-integratie krijgen de vluchtelingen hier taalles. Daarnaast verdienen ze een normaal loon met het werk dat zij verrichten in duurzame projecten. De twee mannen, Mohamed en Moutasem, die voor Dom Amsterdam werken waren voorheen in eigen land advocaat en eigenaar van een naaiatelier. Hun doel is om dit in Nederland weer op te kunnen pakken. Makers Unite helpt hen daarbij.”

 Duurzaamheid, vind jij dat persoonlijk ook belangrijk?

“Ik moet eerlijk toegeven, ik was vroeger nooit echt bezig met duurzaamheid. Wat mij wel altijd opviel wanneer ik met mijn moeder naar China op vakantie ging, is dat het daar echt een puinhoop is. Overal plastic op straat, en natuurlijk de laag smog waar je niet omheen kan. Toen ik wat ouder werd en op mijzelf ging wonen bewoog ik al iets meer richting de duurzame kant: ik wilde best duurzame keuzes maken, mits dit mij niet te veel moeite kostte. Ik werd door mijn omgeving met mijn neus op de feiten gedrukt: ik kocht te veel nieuwe kleding. Toen kon ik niet meer terug: het is natuurlijk een kleine moeite minder kleding aan te schaffen.”

 “Na wat research kwam ik erachter dat alleen al in Nederland per jaar meer dan een miljoen kledingstukken worden weggegooid. Winkels zoals H&M en de HEMA, die duurzame producties van biologisch katoen en kinderarbeidvrije collecties op de markt brengen, lijken de goede kant op te gaan. Ze doen alsof ze bezig zijn de wereld te redden, maar dit valt helaas sterk tegen. Nog steeds staan er ontzettend veel kledingfabrieken in derdewereldlanden en de zogenaamd duurzame shirtjes blijken achteraf vaak maar voor 5 of 10% uit biologisch katoen te bestaan. Ook deze kennis heeft bijgedragen aan de hoofdconcepten voor Dom Amsterdam. We wilden het gewoon anders doen. Fast Fashion is zoiets stoms!”

“Ik werd met m’n neus op de feiten gedrukt: ik kocht te veel nieuwe kleding”

Waar ben je met Dom Amsterdam het meest trots op? Waarin kunnen andere ondernemingen een voorbeeld nemen aan Dom Amsterdam?

“Het meest trots ben ik eigenlijk op het complete plaatje. We krijgen niets dan positieve reacties van vrienden, familie en klanten. We maken mensen oprecht blij met de producten en doen tegelijkertijd iets goeds voor de wereld.”

 “Een ander punt waar ik heel trots op ben, en waar andere ondernemingen een voorbeeld aan zouden kunnen nemen is onze openheid. We zijn nog bezig met de realisatie ervan op de website, maar uiteindelijk willen we dat voor iedereen het gehele proces inzichtelijk is: Waar komen de stoffen vandaan en hoeveel kosten deze? Wie maken er vervolgens tasjes van? Hoeveel verdienen zij? Waar vindt de productie plaats? Hoeveel winst maken wij uiteindelijk per product? We willen transparant zijn in wat we doen, zodat consumenten kunnen zien hoeveel het nou écht kost om op duurzame en ethische wijze hippe tasjes en kleding te produceren.”

Door: Katja Zweerus

Lees ook:

Bamboe kleding van Cayboo

Nic&Mic ‘upcyclet’ fast fashion kledingafval naar nieuwe designzitzakken en -tassen

Tips om duurzaam op reis te gaan met kinderen

Plaats een reactie op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *