Column van Jan Schrijver van Demeter
Het insectenbestrijdingsmiddel fipronil, wat in de eieren is gevonden, geeft aan hoe gemakkelijk chemische bestrijdingsmiddelen in de voedselketen terecht komen. Het gevaar van deze middelen wordt daarbij vaak sterk afgezwakt met de woorden: het gaat maar om zeer kleine hoeveelheden die zo goed als te verwaarlozen zijn. Dat is echter nog maar de vraag.
Zelf ben ik in 1971 een biologisch-dynamisch Land- en Tuinbouwbedrijf begonnen. Een zeer belangrijke reden was dat ik geen chemische bestrijdingsmiddelen meer wilde gebruiken. De gechloreerde koolwaterstofverbindingen, met als bekendste middelen DDT, Dieldrin, Aldrin en Heptachloor enz. gebruikt als insecticiden, werden berucht om hun toxische profiel. Middelen die zich ophoopten in het vetweefsel van mensen en dieren. Bij vermagering kwamen deze gifstoffen weer vrij, met alle gevolgen van dien. Veel sterfte onder de vogels en vele andere dieren en zeer schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mensen. De meeste van deze middelen zijn sinds de jaren ‘80 van de vorige eeuw verboden.
Insecticides hopen zich op
Bij het middel fipronil krijg ik weer hetzelfde gevoel als bij de gechloreerde koolwaterstofverbindingen. Het gaat weer om een insecticide wat zich ophoopt in het vetweefsel en dus cumulatief werkt als je het regelmatig eet. Aan de scheikundige verbindingen zie ik overeenkomsten met bovengenoemde groep. Dit geldt ook voor de zeer giftige Neonicotinoïden. Fipronil zit ook in het bestrijdingsmiddel Regent 500 FS welk middel wordt gebruikt om zaad te ontsmetten tegen insecten in de zonnebloemen, mais, broccoli, boerenkool, bloemkool, enz.
Het middel wordt dus niet alleen gebruikt in de pluimveesector en bij honden en katten, maar ook in de land- en tuinbouw voor de bestrijding van insecten. Een aantal jaren geleden werd nog gepleit om al deze middelen in 2020 te verbieden.
We hebben nog niet veel geleerd uit het verleden. In ons land gaat het nog te veel over bulkproductie tegen zo laag mogelijke kosten met alle milieugevolgen van dien.
Het gebruik van chemische middelen ligt ver achter mij. Het werken aan bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit is een vast onderdeel van ons bedrijf geworden. In ons land waar de natuur al zo is achteruit gegaan past in mijn ogen alleen maar natuur inclusieve landbouw. De bijen, kieviten, scholeksters en een rijke plantengroei horen daarbij. Het is een nieuwe uitdaging om een andere relatie met de natuur aan te gaan gekenmerkt door eerbied voor ecologisch evenwicht en dat vraagt om een ander beleid.
Jan Schrijver Biologisch-Dynamisch Akker en Tuinbouwer op de Lepelaar in de gemeente Schagen en voorzitter van Stichting Demeter
Demeter is het kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouw en voeding.
www.stichtingdemeter.nl
Dit artikel verscheen ook in onze landelijk verkrijgbare krant (oktober/november 2017).
Meer columns van Demeter
> Column Demeter: Weerstand
> Column Demeter: Bovenbazen
Niets missen van De Betere Wereld?
Like dan onze Facebook-pagina en blijf op de hoogte. Of schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.